Stroom leveren
De meest bekende manier van energie opwekken in Nederland is een warmtekrachtcentrale. In deze centrales wekt men energie op doormiddel van stoom. Eerst verwarmt men een ketel vol met water. Hiervoor gerbuikt men meestal fossiele brandstoffen die dan worden verbrand. Het water gaat op een gegeven moment koken waardoor er stoom ontstaat. Deze stoom laat een schoeprad draaien die weer is aangesloten op een generator
(een soort enorme dynamo). De fossiele brandstoffen die wij het meest gebruiken zijn steenkool, aardgas en aardolie. Deze zijn miljoenen jaren geleden ontstaan uit restanten van dode planten en dieren die toen leefden. Deze fossiele brandstoffen verbrandden wij in onze huizen, auto's en fabrieken. Op zich is dit niet echt een probleem, maar wel als je naar de grote nadelen kijkt. Deze stoffen raken nemelijk op een gegeven moment op. Ook ontstaan er verbrandingsgassen en giftige stoffen tijdens de verbranding van deze fossiele brandstoffen. Deze verbrandingsgassen, voornamelijk koolstofdioxide (CO2), zijn een van de grootste oorzaken van het verhoogde broeikaseffect (lees meer onder het stukje broeikaseffect).
Maar hoe komt deze stroom bij jou thuis? Dat gaat als volgt. Naast een elektriciteitscentrale staan stroommasten. Aan deze stroommasten hangen hoogspanningskabels. Via deze kabels wordt de elektriciteit vervoerd naar een verdeelstation. Vanaf hier gaat de stroom via kabels onder de grond naar een transformatorhuisje. In dit 'huisje' wordt de elektriciteit omgezet van soms wel 10.000 V naar 230 V (V= Volt). En vanuit hier wordt elektriciteit vervoerd via ondergrondse kabels naar huizen. De stroom komt dan via de meterkast het huis binnen. En uiteindelijk komt de stroom dan via de zekeringkast bij elke leiding en stopcontact.
Een warmtekrachtcentrale kan een heleboel stroom produceren, maar er is nog een manier om dat te doen. Een manier waarbij je nog meer energie produceert. In deze centrales produceer je stroom bij het splitsen van atomen, oftewel kernenergie. Deze centrales noem je kerncentrales. Deze manier lijkt op het eerste gezicht niet bepaald op een warmtekrachtcentrale, maar een kerncentrale is eigenlijk een warmtekrachtcentrale waarbij je geen fossiele brandstoffen nodig hebt om stroom te produceren. Bij een warmtekrachtcentrale laat men water koken doormiddel van het verbranden van fossiele brandstoffen. Bij een kerncentrale gaat dat net een klein beetje anders. Hierbij worden controle staven in de kernreactor gebruikt om energie te produceren. Deze energie, die ontstaat tijdens kleine kernreacties, word gebruikt om het water te laten koken. Voor de rest werkt een kerncentrale net als een warmtekrachtcentrale (lees meer bij de tekst hierboven). Nou denk jij zeker: Maar waarom gebruiken we dan niet gewoon alleen maar kerncentrales? Het antwoord is op zich vrij simpel. De ongebruikte stoffen uit een kerncentrale zijn niet bepaald milieuvriendelijk. Het afval uit kerncentrales blijft namelijk nog duizende jaren radioactief. Als iets radioactief is straalt het levensgevaarlijke straling uit. Deze stoffen zijn ernstig schadelijk voor elk levend organisme. Het tast de DNA aan waardoor je ernstige ziektes kunt krijgen als kanker. Tot nu toe heeft men nog geen goede oplossing gevonden om deze stoffen veilig te verwerken. Men heeft ooit wel overwogen om kernafval de ruimte in te schieten met een raket, maar daar zag men al snel vanaf. De kans dat zo'n raket neerstort en alles zal besmetten met radioactieviteit is te gevaarlijk. Men slaat het kernafval nu nog zo veilig mogenlijk op in de hoop dat er in de toekomst iemand met een goede oplossing komt.
Een kerncentrale is niet natuurlijk niet alles behalve slecht. Als je als land niet over fossiele brandstoffen beschikt zijn kerncentrales een mooie oplossing. Maar als er iets mis gaat met een kerncentrale kan dat heel slecht aflopen. In het ergste geval kan er een meltdown ontstaan. Bij een metldown raakt de kernreactor oververhit en smelten de controle staven samen tot een klont. Deze klont smelt dan door de zwaar beschermende omhulsel heen en zakt dan in de aarde. De gevolgen zouden dan niet meer te voorzien zijn. Alles zou dan besmet raken met radioactiviteit. Gelukkig is dit nog nooit voorgekomen maar is dit al wel bijna een paar keer gebeurt. Ook kan de reactor bij extreme temperaturen ontploffen. Dit is nog vele malen erger dan de ontploffing van een kernwapen. Een 'mooi' voorbeeld van een ontplofte kerncentrale is de kernramp van 1986 in Tjsernobyl in de Sovjet-Unie (voormalig Rusland).
Een kerncentrale mag je niet zo maar gaan gebruiken. Het is verplicht de risicotesten uit te voeren. Uit deze testen moet blijken of de kerncentrale veilig in gebruik mag. De riscicotesten werden elke keer uitgesteld omdat daar geen tijd voor was. Maar op 26 april 1986 werd een van de belangrikste toch uitgevoerd. Uit de test moest blijken of de reactor genoeg produceerde als deze werd uitgeschakelt. Het ideale MW (MegaWatt) om zo'n test uit te voeren is 600 MW. De kernreactor moest daarom minder warmte produceren dus werden er paar controlestaven uit het koelwater gehaald. In de koeltoren zaten toen nog maar 6 van de 26 staven. Maar er ontstond een probleem. Het warmtevermogen liep extreem terug tot 30 MW, oftewel 5% procent van de benodigde 600 MW. Dit is zeer gevaarlijk omdat een kernreactor erg instabiel word als die te laag staat. Dus werd het vermogen snel weer omhoog gebracht naar 200 MW. Dit was eigenlijk nog steeds te weinig om de test uit te voeren maar deze werd toch gedaan. Toen ging het mis. Door een fout werd het steeds warmer in de kern. En omdat er maar 6 staven in het water lagen nam het vermogen snel toe. Direct werd er op de 'snelle noodknop' gedrukt die ervoor zorgt dat alle staven weer terug in het water vallen, maar het was al te laat. Er volgde een explosie die ervoor zorgde dat de controle staven klem kwamen te zitten. De warmte werd vanaf dat moment niet meer gestopt en nam het als maar toe. Net voor de ramp was het vermogen op
30 GW (GigaWatt), tien keer zo veel als het gebruikelijke 3 GW. De staven smolten en er ontsond zo'n hoge druk in de reactor dat er een explosie volgde die het 2000 ton (1000 kilo) zware dak van de reactor blies.